18 november 2012 kreeg ik telefoon van mijn broer, om mij het volgende te melden.

Arosa

Dat was mijn auto en daarmee begon een jaar aan transportpech.

Afgelopen jaar:

* Vond ik vrij snel een nieuwe auto, maar moest wel twee weken wachten voor die op mijn oprit stond (een voorbode, helaas).
* Moest ik mijn auto twee keer drie weken afgeven voor een reparatie (ah ja, want een bevriende man die in de haven werkte, deed dat na zijn uren voor mijn (officiële!) handelaar).
* Zette ik mijn enige fiets intussen aan het station om daarmee tussen station en werk te pendelen.
* Werd mijn fiets gestolen, want: te nieuw om aan een station te staan.
* Kocht ik een tweedehandsfiets om aan het station te kunnen zetten, maar moest die toch nog even naar een fietsenmaker brengen omdat de versnellingen slecht afgesteld waren.
* Reed ik ongeveer een half jaar rond met een auto met brandend remlichtje en brandend motorlichtje (‘Dat gaat nog uit, hoor, ik heb dat toch gezegd de vorige keer?’).
* Zolang ik de auto enkel gebruikte om naar het werk en terug te gaan, was er eigenlijk geen probleem. Wilde ik na het werk nog even naar de winkel, dan wist ik niet zeker of ik mijn auto opnieuw gestart ging krijgen van de eerste keer, noch of hij geen tien keer stil ging vallen bij het uit de parkeerplaats manoeuvreren.
* Stond ik ook af en toe stil aan een kruispunt, omdat mijn auto stilviel en niet meteen terug wilde starten. Leve de vier pinkers. *ahum*
* Heb ik veel mensen doen denken: ”t Is weer een vrouw, zeker?’ en ‘Die heeft nog maar net haar rijbewijs, zeker?’
* Had ik een (gelukkig klein) accidentje, omdat mijn remmen plots niet werkten.
* Bleek dat de verzekering mij daar absoluut niet mee kon/wilde helpen. ‘Als jij kan bewijzen dat de remmen toen niet werkten, willen we het nogmaals bekijken.’ Waarop de garage: ‘De verzekering moet een expert sturen.’ *vicieuze cirkel, iemand?*
* Moest ik van de ene dag op de andere elke dag met de fiets naar het werk, wegens geen auto meer. Twaalf kilometer enkele reis.
* Kocht ik dan nog maar een nieuwe fiets, om die twaalf kilometer mee te kunnen fietsen en mijn oude fiets aan het station te kunnen zetten voor op regendagen.
* Bleek dat die oude fiets eigenlijk beter fietst dan die nieuwe, maar je kan een nieuwe fiets natuurlijk niet aan een station zetten (zie puntje vier).
* Mocht ik tot twee keer toe naar de fietsenwinkel omdat de ketting er constant afviel en ze de eerste keer niet geloofden dat dat aan de fiets lag.
* Mocht ik de tweede keer twee weken wachten op mijn fiets omdat er toch een onderdeel bleek te ontbreken waardoor de ketting niet op zijn tandwielen bleef liggen.
* Mocht ik al veel tijd op het perron en in stations spenderen, wachtend op treinen met vertraging of op de volgende trein (wegens afschaffing van degene die ik wilde nemen) (en kwam ik bijgevolg al eens te laat op het werk).
* Fietste ik voor het eerst sinds het laatste middelbaar nog eens door de regen (intussen al vaker, natuurlijk, leve ons regenlandje!).
* Liet ik de achterband van mijn stationsfiets vervangen, omdat die verduurd was …
* … waarna ik drie platte banden had in twee weken en de achterband opnieuw vervangen moest worden, wegens niet stevig genoeg. Tiens?
* Nam ik dan toch een Cambio-abonnement, hoewel de dichtsbijzijnde stelplaats op vier kilometer fietsen is en het een buurt is waarvan ik niet zeker weet of ik mijn fiets daar achter wil laten.

Maar:
* Ik bleek verschillende lieve collega’s te hebben die mij op pechdagen gerust van het station naar het werk en terug wilden vervoeren.
* Mijn moeder hielp mij diverse keren uit de nood, na treinvertragingen en zelfs met kledingcrisissen.
* Ik had recht op een vervangwagen voor een maand (na het ongeval van mijn broer).  Sommige verzekeraars zijn wel tof!
* Ik sport nu iedere dag een beetje (minstens acht kilometer fietsen en twintig minuten wandelen).
* Ik rijd nu niet in mijn uppie naar het werk, maar fiets met enkele collega’s.
* Ik geef intussen geen geld meer uit aan benzine, verzekering, pechverhelping (want dat neem je als je met zo’n wrattenauto rijdt) …
* Ik krijg een abonnement van De Lijn omdat ik mijn nummerplaat inwissel.
* De vertragingen met de trein blijken minder erg dan ik had verwacht. De trein is altijd een beetje reizen, hé.
* Ik krijg een fietsvergoeding op het werk en gaf mijzelf op die manier een beetje een loonsverhoging.
* Ik besef dat het mààr transportpech is.

Tja, elk nadeel heb heeft z’n voordeel, zeker?

Registreer hier voor de nieuwsbrief. Zo blijf je op de hoogte van de webshop en krijg je een cadeautje bij je eerste bestelling!

Dank je!