De laatste weken ga ik vooral met de trein en de fiets naar het werk. Met al die regen en de kou is het aangenamer om een deel met de trein te doen en maar vier kilometer te fietsen in de plaats van de volle twaalf.

Vandaag wilde ik echter nog eens de volledige fietstocht maken. Deze morgen bleek het nog donker en mistig en de dikke sokken die ik droeg, hielpen twee kilometer langer om geen ijskoude tenen te krijgen, maar helaas niet volledig tot aan het werk. Ik vrees dat ik mijn zoektocht naar warme (en bijgevolg ook lelijke) schoenen ga moeten verderzetten, als ik tijdens de winter nog eens de volledige afstand wil fietsen.

‘s Avonds bleek het nog donkerder en nog mistiger en eigenlijk ook nog kouder. De mist was op sommige plaatsen heel erg (ik denk dat iedereen die vandaag onderweg was schrik heeft gehad). Gelukkig ken ik de weg al goed en weet ik wat te verwachten, want ik passeer een hoop onverlichte stukken en zelfs een onverhard (en onverlicht) stuk. Dat was even spannend, niet omdat ik bang was dat er iemand uit de struiken zou springen, wel omdat ik geen hand voor ogen kon zien. ‘Ik weet dat er hier plassen zijn, maar ik zie niet waar.’ ‘Niet te veel naar links fietsen, want daar is een sloot.’ ‘Zien dat ik niet tegen de paaltjes rij, hopelijk zie ik ze op tijd.’

Maar als ik dan een man zie die op een onverlicht stuk met zijn twee hondjes aan het wandelen is en elke hond een rood lichtje heeft aanhangen, dan kan mijn rit niet meer stuk.

Registreer hier voor de nieuwsbrief. Zo blijf je op de hoogte van de webshop en krijg je een cadeautje bij je eerste bestelling!

Dank je!