Op vakantie in Kroatië lazen mijn vriend en ik per uitzondering elkaars boeken. Waarom per uitzondering? Hij leest normaal enkel non-fictie en fantasy, ik lees normaal enkel fictie, behalve fantasy en sciencefiction. Op dat vlak komen we dus niet echt overeen. Hij had enkel het nieuwe boek van Rowling bij (Een goede raad, vonden we geen van beiden een aanrader), ik had drie boeken meegenomen. Ik ben de drummer van de band okay van Toby Litt (gekocht na het lezen van zijn parodie op chicklit Finding Myself, helaas niet van hetzelfde niveau, maar eens je erin zit wel okay), Extremely Loud and Incredibly Close van Jonathan Safran Froer (ik was meer fan dan hij) en Het diner van Herman Koch.
Op de achterflap van Het diner staat dat geen enkel etentje na het lezen van dit boek nog hetzelfde zou zijn. Dat vind ik overdreven, maar het is wel het boek waar we het meest naar verwijzen sinds onze vakantie. Grappig hoe onze reacties kunnen verschillen en toch hetzelfde zijn. Ik: ‘Heb zo’n vader.’ Hij: ‘Heb zo’n moeder!’ Ik denk dat we allebei gelijk hebben, maar dat onze eerste reactie toch eerder geslachtsgebonden is.
Na het lezen vroeg ik aan hem wie hij zich voorstelde bij Serge Lohman, de gladde maar volkse politicus. Ik stelde mij daar namelijk Frans Bauer bij voor, totaal geen type politicus, maar de omschrijving klopte voor mij. Mijn vriend stelde zich Yves Leterme voor. Ik kon daar niet mee akkoord gaan, want Serge Lohman heeft charisma, maar kijk, misschien heeft mijn vriend toch gelijk?