Ik ging ervan uit dat ik onze katten hier al deftig had voorgesteld, maar dat blijkt niet echt het geval. Dringend tijd om ze eens echt voor te stellen dus. Ik begin met onze oudste kater, Jip.
Voor Jip hebben wij een maand een andere kat gehad. Een studiegenoot van mij had twee katten, maar die kwamen niet overeen, dus Β zocht hij een goede thuis voor de nieuwste kater, Janneke. Ik zat op dat moment op kot met mijn vriend. Geen gewoon kot, gelukkig, maar een achterhuisje (oude arbeiderswoning) met eigen koer, veilig weg van de straat. Ik heb thuis nooit huisdieren gehad, dus voelde de behoefte niet zo, maar mijn vriend heeft wel altijd huisdieren gehad (en is ook een echte dierenvriend), dus hij was meteen enthousiast. We hakten de knoop door (mijn vriend was in het weekend ook vaak op kot, dus de poes zou niet te vaak alleen moeten zitten) en namen Janneke over. We kregen Janneke met de melding dat hij wat ziekjes wat (een griepje volgens de dierenarts), maar dat hij gauw zou moeten genezen. Helaas, dat griepje bleek een hersentumor te zijn en na een maand hebben we Janneke moeten laten inslapen.
Ik schrok hoe hard je je op een korte tijd aan een huisdier kon hechten (zeker een dat ziek is en zich vooral verstopt omdat hij weet dat hij gaat sterven) en toen een medeleider van de Chiro iemand met een nest katten kende, besloten we dat we een nieuwe kater wilden. Daar aangekomen zaten er twee identieke poesjes met twee schattig te wezen in één pet en ik koos de rechtse. Hem vangen ging niet vlot en na enkele pogingen zei ik dat de andere kat ook goed was. Die ging echter niet akkoord en blies. Nu had Janneke heel wat geblazen naar ons, dus gingen we terug naar het oorspronkelijke plan. De kat die niet blies.
Blazen deed hij inderdaad niet, maar zagen wel, dat was al snel duidelijk. Ik vervoerde hem in een kattenkooitje op de bus naar ons kot en daar ging hij helemaal niet mee akkoord. De medereizigers waren natuurlijk heel benieuwd naar dat gemiauw (gemiep eerder op dat moment) en ik was blij toen we eindelijk in Antwerpen waren.
Jip genoot van de aandacht die we hem gaven (als student heb je natuurlijk veel tijd) en zal altijd heel schattig op de trap als we aten (we hadden een trap in de keuken, ja). In het weekend verveelde hij zich toch weleens, dat merkten we aan de gescheurde keukenrol die we dan vonden …
Na een jaar kreeg hij epilepsieaanvallen, echt heel intensief, vaak ieder uur. Op een gegeven moment is de dierenarts hem om half twee ‘s nachts een spuit valium komen geven. (Wij hebben echt wel een geweldige dierenarts trouwens, met een mooi huis in de Cogels Osylei. Dat maakt het bezoek wat aangenamer. π )
We moesten hem pillen geven tegen de epilepsie (waarvan de apotheker mij vroeg of ik wel zeker was, want dat is voor de rest van zijn leven dan). Dat zorgde voor een afname in aanvallen, maar hij had nog altijd meerdere keren per dag een aanval. Dus kreeg hij ook nog antibiotica en dat hielp gelukkig echt. Blijkbaar had hij een kortsluiting in zijn hoofd, die we alleen zo konden oplossen. Gelukkig is die kortsluiting wel weg, want intussen is hij al acht jaar vrij van aanvallen en pillen.
Haha, katten zouden ons eens moeten kunnen verstaan! π
Amai, een kat met een verhaal! En de Cogels Osylei, daar kom ik ook graag π
Wij hebben er sinds vorige zomer 2 en ik kan niet uitdrukken hoeveel vriendschap we van hen beide krijgen,…..en ja ze maken sommige dingen vuil en kapot maar dat weegt niet op π
Amai, chance dat de oplossing voor de epilepsie-aanvallen gevonden is, als je dan ziet dat hij ondertussen al 8 jaar verder is zonder aanvallen!
Soms zou ik ook wel terug een huisdier willen: ik neig meer naar een hond, Johan meer naar een kat π Maar dan anderzijds, we reizen vrij veel en zeker hier is het ook niet zo makkelijk om mensen even te vragen er op te komen letten, dus blijven we waarschijnlijk nog wel eventjes dierloos.