Maandag: ik voel mij wat kortademing, maar besef het nog niet ten volle, omdat ik niet echt inspanningen moet doen. Trappen zijn wel vermoeiender dan anders.

Dinsdag: ik ga met de fiets naar het werk, maar geraak amper vooruit. ‘s Middags ga ik wandelen met collega’s en dat lukt, maar ik ben weer kortademig na het nemen van een trap. ‘s Avonds zou ik met vriendin T. naar de yoga gaan, maar ik zeg het af, want fietsen en yoga zal niet lukken. Fietsen is al te vermoeiend. Ik neem het steile viaduct niet, omdat ik bang ben dat ik niet meer boven geraak.

Woensdag: ik begin te vermoeden dat ik niet ziek aan het worden ben, maar dat er iets anders aan de hand is. Als ik naar de tweede verdieping wil, moet ik pauzeren in de badkamer op de eerste verdieping, zo kortademig ben ik. Ik vermoed dat ik een ijzertekort heb, omdat ik al even geen vlees meer eet en het niet altijd goed vervang.

Vrijdag: ik laat bloed trekken bij de dokter voor onderzoek.

Maandag: ik heb, bovenop mijn kortademigheid en vermoeidheid bij inspanning, hoofdpijn en ik kan mij niet concentreren. Ik rust thuis uit, maar het werkt niet echt. Verdict van de dokter: stevig tekort aan vitamine D en B12. Erg slechte cholesterolwaarden en afwijkende leverwaarden. Voor de tekorten krijg ik supplementen, voor de andere resultaten is verder onderzoek nodig.

Dinsdag: ik neem mijn supplementen en hoop op beterschap.

Woensdag: ik laat een echo nemen van mijn gal en lever en ik heb blijkbaar een galsteen van 2,5 cm. De huisarts moet beslissen of daar iets aan gedaan moet worden. Ik schrik er niet van (mijn zussen zijn mij al voorgegaan met galcrisissen), maar het is een beetje raar om te weten dat die er zit en in principe elk moment een crisis kan veroorzaken. In de namiddag krijg ik een drukkend gevoel op mijn borst, maar niet te erg en niet constant.

Donderdag: het drukkend gevoel op mijn borst is erger. Ademen doet pijn. Ik slaag erin nog te werken tot ‘s middags, maar ik kan enkel oppervlakkig ademen (en zelfs dat doet eigenlijk pijn) en krijg tintelingen in mijn vingers. Ik heb heel de voormiddag op dezelfde plek gezeten, maar als ik toch beweeg, wordt het weer erger. Ik vraag aan mijn broer om mij naar spoed te brengen. Ik kom aan op spoed en krijg voorrang. Ik heb koorts (wat ik niet doorhad) en een verhoogde bloeddruk (heb ik nooit). Ze maken een filmpje van mijn hart en dat lijkt wel in orde. Ze trekken bloed uit mijn polsslagader en daaruit blijkt dat het longembolie kan zijn. Ze nemen een CT-scan met contrastvloeistof en het vermoeden wordt bevestigd: ik heb verschillende, vrij grote bloedklonters in mijn longen. Ik krijg een spuit met bloedverdunners, extra zuurstof en blijf aan de monitor. Ik moet in het ziekenhuis blijven voor extra onderzoeken en om aan te sterken.

Vrijdag: verschillende onderzoeken die gelukkig goede resultaten geven: de echo van mijn benen wijst uit dat er geen bloedklonters in mijn benen zitten, de echo van mijn buik geeft enkel de galsteen als resultaat (had ik dat geweten op woensdag …) en de echo van mijn hart is in orde. Wel een verhoogde druk op de longen, maar dat is normaal.

Weekend: ik merk elke dag kleine verbeteringen en op zaterdag hoeft de extra zuurstof niet meer. Op zondag probeer ik eens een wandelingetje te maken met mijn broer in de ziekenhuisgangen. Ik krijg pijn aan mijn schouder en vermoed dat het spierpijn is, maar het blijkt mijn longvlies te zijn dat extra gevoelig is door de embolie. Zitten doet minder pijn dan liggen en verder doen niezen en het snuiten van mijn neus superveel pijn.

Dinsdag: na een mammografie mag ik in de late namiddag naar huis om daar verder aan te sterken. Na vijf nachten in het ziekenhuis ben ik blij dat ik weer naar huis mag, al is het ook spannend, omdat ik niet het gevoel heb dat ik al veel kan. Gelukkig hoef ik enkel te rusten en in mijn basisbehoeften te voorzien.

Bij de meeste mensen vormen de bloedklonters zich in de benen en schieten ze op een gegeven moment los om dan in de longen te gaan zitten. Bij mij vormden de verschillende klonters zich waarschijnlijk in mijn longen. De enige aanwijsbare oorzaak is de pil in mijn geval. Er wordt mij afgeraden om de pil als anticonceptie te nemen, maar dat is niet de reden dat ik de pil neem: ik ontwikkel helaas cystes zonder de pil. Mijn lijf spreekt zichzelf dus tegen: zonder pil cystes, met pil longembolie. Het ene kan al fataler zijn dan het andere dus ik ga verder zonder de pil. In mijn geval zou de minipil een goede uitweg moeten bieden, daarin zit maar één hormoon (en dat is niet oestrogeen). Alleen jammer dat mijn gynaecoloog daar niet meteen voor koos. Al kan die natuurlijk ook niet voorspellen dat ik bloedklonters zou aanmaken. Bij veel vrouwen is het nemen van de pil geen enkel probleem, al moet ik wel toegeven dat ik nog iemand ken die longembolie gehad heeft en bij haar was de pil ook de enige mogelijke oorzaak.

Intussen gaat het beter met mij, mijn longvlies doet bijna geen pijn meer. Trappen gaan al iets vlotter, maar ik ben nog erg snel moe. Ik had gehoopt tegen nu al eens een wandeling te kunnen maken, maar dat was naïef. Ik blijf dus vooral thuis en dan nog ben ik snel moe. Zaterdag had ik bezoek (met lekker eten bij!) en ik werd duizelig en moest gaan liggen. Terwijl ik verdorie al zat.

Ik ben blij met alle vorderingen die ik maak, maar ik moet mijn lichaam duidelijk voldoende tijd gunnen. Maar we komen er wel, daar ben ik van overtuigd. En we hebben het overleefd. Dat vooral.

Registreer hier voor de nieuwsbrief. Zo blijf je op de hoogte van de webshop en krijg je een cadeautje bij je eerste bestelling!

Dank je!